Het bijvoeglijk naamwoord Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Het bijvoeglijk naamwoord geeft een eigenschap of kenmerk van het zelfstandig naamwoord aan. (Bijvoeglijk naamwoorden staan vaak voor een zelfstandig naamwoord). Als het bijvoeglijk naamwoord voor het zelfstandig naamwoord staat, krijgt het in veel gevallen een -e op het einde. Hiervoor gelden de volgende regels: Bij de, die of deze: -e Bij het, dat of dit: -e Bij een: wel -e wanneer het zelfstandig naamwoord een de-woord is, maar geen -e als het een het-woord is. Voorbeelden: een leuk boek, het leuke boek een rode roos, de rode roos de lekkere melk die aardige kinderen dat lieve meisje, een lief meisje die aardige jongen, de aardige jongen Het maakt niet uit of het zelfstandig naamwoord enkelvoud of meervoud is, je schrijft het bijvoeglijk naamwoord meestal met een -e op het eind. Bijvoeglijke naamwoorden die aangeven van wat voor materiaal iets is gemaak